Woordenboek.eu

Spreekwoorden


Aan de vruchten kent men den boom.
Aanval is de beste verdediging.
Acht is meer dan duizend.
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Afwisseling van spijs doet eten.
Alle beetjes helpen.
Alle waar is naar zijn geld.
Alles heeft zijn reden.'
Als de berg niet tot Mohammed wil komen dan moet Mohammed naar de berg gaan.
Als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand.
Als elk voor zijn Huis veegt, zo worden alle straten schoon.
De ratten verlaten het zinkende schip.
Alles komt op zijn tijd.
Belofte maakt schuld.
Beter alleen, dan in kwaad gezelschap.
Beter een half ei, dan een lege dop.
Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.
Beter laat, dan nooit.
Beter hard geblazen, dan de mond gebrand.
Beter voorkomen dan genezen.
Bezint eer gij begint.
Bij nacht zijn alle katten grauw.
Blaffende honden bijten niet.
De appel valt niet ver van de boom.
De baard maakt geen wijsgeer; anders was er de bok goed aan.
De baas wordt altijdt het slechtst bedient.
De draad breekt daar hij zwakst is.
De duivel heeft het vragen uitgevonden.
De eersten zullen de laatsten zijn.
De geschiedenis herhaalt zich.
De gestadige drup holt de steen.
De grote vissen eten de kleine.
De mens wikt, maar God beschikt.
Wie eerst komt, wie eerst maalt.
Die mij bemint, bemint ook mijn hond.
De muren hebben oren.
De rook van het vaderland is aangenamer dan een vreemd vuur.
De toekomst is een boek met zeven sloten.
De uitkomst zal het leren.
De uitzondering bevestigt de regel.
Des volks stem is Gods stem.
De waarheid wil niet altijd gezegd zijn.
De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens.
Die den honing wil uithalen, moet het stijken der bijen ondergaan.
Die eens steelt is altijd een dief.
Die goed doet, goed ontmoet.
Doet naar mijn woorden en niet naar mijn werken.
Door de bomen het bos niet meer zien.
Een bloode hond word zelden velt.
Een dichter wordt geboren, een redenaar word gemaakt.
Een drenkeling klemt zich aan een strohalm vast.
Een gek zegt wel eens een wijs woord..
Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Een gierigaard is nooit rijk.
Een goede naam is beter dan olie.
Een kat in de zak kopen.
Een kroum hout brandt zowel als een recht.
Een mens zijn zin is een mens zijn leven.
Een slecht werksman beschuldigt altijd zijn tuig.
Een spiering uitwerpen, om een kabeljaauw te vangen.
Er is niets nieuw onder de zon.
Er schuilt een adder in 't gras.
Er zijn geen ergere blinden dan die niet zien willen.
Er zijn geen ergere doven dan die niet horen willen.
Ga niet op het uiterlijk af.
Geeft men hem den duim, dan wil hij er de vingers nog bij hebben.
Geen geld, geen Zwitsers.
Geduld gaat boven geleerdheid.
Geld moet rollen.
Gen haar zoo klein of het heeft ook zijn schaduw.
Geen regel zonder uitzondering.
Geen rook zonder vuur.
Gemeen gerucht is zelden gelogen.
Gemeene plaag rust wel.
Geneesheer, genees u zelven!
Gezondheid is een grote schat.
Geweld is geen recht.
God behoede mij voor mijn vrienden, mijn vijenden neem ik zelf voor mijn rekening.
God schept geen mond, of hij schept er ook brood.
Goed begin, goed einde.
Goed verloren, niet verloren; moed verloren, veel verloren; eer verloren, meer verloren; ziel verloren, al verloren.
Goede wijn behoeft geen krans.
Goedkoop is duurkoop.
Goed is goed, maar beter is beter.
Goed voorgaan doet goed volgen.
Haast je langzaam.
Herrenhulde is geen erve.
Heden ik, morgen gij.
Eind goed, al goed.
Het geluk helpt de dapperen.
Het komt veel aan op de manier waarop men iets zegt.
Het middel is vaak erger dan de kwaal.
Het gelijke word door het gelijke genezen.
Het getij wacht op niemand.
Het is goed, twee pijlen op zijn boog te hebben.
Het is niet alles goud wat er blinkt.
Het verstand komt met de jaren.
Het zijn allemaal geen dieven daar de honden tegen blaffen.
Het zijn slechte honden die hun eigen volk bijten.
Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen.
Hij is in Rome geweest en hij heeft de paus niet gezien.
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
Hoe ouder, hoe zotter.
Hoogmoed komt voor de val
In twijfel, onthoud u.
In de wijn is de waarheid.
In het land der blinden is eenoog koning.
Indien gij iets doet, doe het dan goed.
Je moet een gegeven paard niet in de mond kijken.
Kennis is macht.
Niet te veel hooi op de vork nemen.
Kleine potjes hebben grote oren.
Let op het ende.
Leugens hebben korte benen.
Men vangt meer vliegen met stroop dan met azijn.
Men melkt de koe door den hals.
Men krijgt niets voor niets.
Men moet de dag niet prijzen voor het avond is.
Men moet niet de eiren onder een hen (kip) leggen.
Men moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is.
Men moet het ijzer smeden als het heet is.
Men moet niet het huis door de glazen gooien.
Met de maat, waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden.
Met dieven vangt men dieven.
Met veel slagen valt de boom.
Met vuur spelen.
Meet driemaal eer gij eens snijd.
Na regen komt zonneschijn.
Niemand kan regter zijn in zijne eigen zaken.
Niemand is onmisbaar.
Niemand weet waar een ander de Schoen wringt.
Nieuwe bezems vegen schoon.
Niet geschoten is altijd mis.
Nood breekt wet.
Ondank is 's werelds loon.
Ongeluk komt te paard, en keert te voet.
Over honderd jaar zijn wij toch dood.
Paarlen voor de varkens strooijen.
Schande over hem, die er kwaad van denkt.
Schijn bedriegt.
Schoenmaker, blijf bij je leest.
Stilstand is achteruitgang.
Twee vliegen in één klap.
Van een vlieg een olifant maken.
Van niets komt niets.
Van twee kwalen moet men de ergste mijden.
Verdeel en heers.
Vertrouwen komt te voet en vertrekt te paard.
Vier dingen laten zich niet verbergen: Vuur, schurft, hoest en liefde.
Vroeg rijp, vroeg rot.
Wanneer de sleutes is van goud, Waar is er dan een slot dat houdt.
Wat alleman zegt is waar.
Wat baten kaars en bril, als den uil niet zienen wil..
Wat in't gebeente gegroeid is, wil uit het vlees niet.
Wat men schrijft, dat blijft.
Wie boter op zijn hoofd heeft, moet uit de zon blijven.
Wie dan leeft, wie dan zorgt.
Wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok vinden.
Wie draagt er ergens slimmer schoenen dan een schoenmakersvrouw.
Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
Wie niet met mij is, die is tegen mij.
Wie op twee hazen te gelijk jaagt, vangt geen van beide.
Wie rijk wil worden, komt in verzoeking.
Wie zijn hersens niet gebruikt moet zijn benen gebruiken.
Wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Zeker is zeker.
Zelfs lief, niemands lief.
Zigt ons met wie dat gij verkeert, en heb ik uwen raad geleerd.
Zolang er leven is, is er hoop.
Zoals de ouden zongen, piepen de jongen.
Zo vader, zo zoon.
Zulke moeder, zulke dochter.

Zinnenboek  |  Basiswoordenschat  |  Beeldwoordenboek
© 2004-2024 Woordenboek.EU | Toegankelijkheid | Contact